Sam (17) en Nienke (16) worden er iedere dag moedeloos van. In hun eigen woonplaats Rotterdam is het nog altijd bijzonder slecht geregeld voor kinderen met een beperking. Ze komen simpelweg te veel obstakels tegen om gewoon mee te kunnen doen met de rest van hun leeftijdsgenoten.En met deze twee tieners zijn er nog tal van andere jonge mensen in Rotterdam die regelmatig problemen ervaren wanneer ze zich door de Maasstad begeven. Tijd voor actie dus, zegt ook de Rotterdamse kinderombudsman Stans Goudsmit. UitdagingMaar eerst maar eens een rondje door de stad met Nienke en Sam. Je hoeft de stoep maar op te stappen om gelijk al een obstakel tegen te komen. Een obstakel dat voor de meeste mensen geen probleem zal opleveren, maar voor iemand met een zeer slecht zicht zoals bijvoorbeeld Nienke is het een uitdaging: "Ongelijke tegels. Dat is heel vervelend want daar blijft mijn stok achter hangen."Sam zit in een rolstoel en legt uit dat zelfs een paar ongelijk liggende klinkers al roet in het eten kunnen gooien: "Veel ophogingen, dat is moeilijk om met de rolstoel op te komen." Maar ook iets simpels als het afspreken met vrienden is al een stuk moeilijker. Ze zijn allebei afhankelijk van het ov of van hun ouders, iets spontaans organiseren lukt amper. "Dat is wel echt jammer soms", verzucht Nienke.Geen apart teamKinderombudsman Stans Goudsmit ziet dat er nog steeds een enorme muur staat tussen de werelden van kinderen met en zonder een beperking. "De jongeren met beperking die ik gesproken hebben het over gescheiden werelden, parallelle universa. En dat in 2022, waar hebben we het over?" Er valt een inhaalslag te maken op het gebied van gelijkwaardigheid in de speeltuinen, bij de sportaccommodaties of op het schoolplein. "Dit doen we door zo vroeg mogelijk kinderen met en zonder een beperking elkaar te laten ontmoeten." En nee, dan niet in een apart team of bij een aparte club speciaal voor mensen met een beperking. "Ze willen gewoon kunnen meedoen!"