De moord op een half miljoen Sinti en Roma door de nazi's in de Tweede Wereldoorlog verdient meer aandacht, vindt de 17-jarige Loewana uit Enschede. Zij zal tijdens de Dodenherdenking op de Dam in Amsterdam op 4 mei vertellen over haar Sinti-familie die de oorlog ternauwernood overleefde. "Het is een eer", vertelt ze aan Hart van Nederland.Dit jaar is de provincie Overijssel door het Nationaal Comité 4 en 5 Mei verkozen als gastprovincie van de Nationale Viering van de Bevrijding op 5 mei. Voor Loewana een uitgelezen kans om aandacht te vragen voor het oorlogsverleden van haar familie.Ervaring op school"Toen ik vroeger op school zat, keek ik in de geschiedenisboeken en dan stonden er alleen Jodensterren in of informatie over dat joden vervolgd werden in de Tweede Wereldoorlog", vertelt het 17-jarige meisje.Loewana stak dan haar hand op en attendeerde iedereen erop dat ook haar familie vervolgd en meegenomen is. "Ik had het gevoel van: waarom worden wij achterwegen gelaten als wij ook zij vervolgd? Wij zijn net zo belangrijk, toch?" Onder de grond levenMaar op 4 mei kan dan eindelijk een grote groep mensen het verhaal van haar Sinti-familie horen. Hoewel ze nu nog niets mag verklappen, is er één voorbeeld van de familie van haar opa dat ze wil delen: "De moeder van mijn opa heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog in Den Haag letterlijk onder de grond geleefd. Mijn opa heeft weleens verteld dat ze deze bus zelf hebben ingegraven. Daar leefden ze dan met ongeveer 16 mensen. Ze kwamen alleen naar buiten voor geld of eten."Loewana vindt het bijzonder dat zij haar verhaal mag doen. Al geeft ze toe dat ze het wel spannend vindt: "Misschien ben ik een beetje bang dat ik de tekst vergeet of dat ik niet meer weet waar ik ben. Bovendien zullen veel mensen naar mij kijken." Gelukkig kan ze rekenen op de steun van haar tata en pappo, haar vader en opa. Zij zullen op 4 mei met haar meegaan.