Boeren lopen tegen een woud van regeltjes aan als ze huisvesting willen regelen voor hun gastarbeiders. Vooral tijdens de seizoenspieken zijn er veel mensen nodig en zijn boeren verplicht om onderdak voor hun personeel te regelen. Dat is met het huidige woningentekort een steeds groter probleem aan het worden.Dat merkt ook boer Jan Willem Apeldoorn. Hij wil appartementen maken voor arbeidsmigranten uit Polen en Roemenië, zodat zij aan de slag kunnen bij zijn bloembollenbedrijf in Egmond-Binnen. Maar hij stuit op verzet van de gemeente. Volgens het bestemmingsplan mag hij namelijk slechts zes seizoenarbeiders huisvesten. 'Visitekaartje van het bedrijf'Daar baalt hij van: "Huisvesting is het visitekaartje van je bedrijf. Als je dat voor elkaar hebt, komt je personeel ook weer terug." En dat is precies wat Jan Willem wil: de Polen en Roemenen ook volgend seizoen weer verwelkomen. "Banen liggen momenteel voor het oprapen. Als het hier niet goed voor elkaar is werken ze straks ergens anders."Boerenorganisatie LTO herkent dit probleem. Gemeenten weten niet zo goed hoe ermee om te gaan. Bij een deel van de gemeenten gaat het soepel, maar bij een ander deel helemaal niet. "Wij zeggen: kijk naar de behoefte en maak het mogelijk, want er zijn enorme tekorten", zegt LTO-woordvoerder Eric Douma. In Obdam mag huisvesting wélBij Borst Bloembollen in Obdam hebben ze wel toestemming gekregen van de gemeente en is een spiksplinternieuw pand naast de kwekerij gebouwd. Daar wordt onderdak geboden aan tachtig medewerkers. Een win-winsituatie, zegt tuinder Jos Borst. "De gemeente was positief. Ik ben er blij mee en de medewerkers ook, want die voelen zich gewaardeerd. De kans dat ze terugkomen is groter. Dat is prettig omdat ze het werk in de vingers hebben."