De angst voor oorlog is met de Russische inval in Oekraïne onder Nederlanders sterk toegenomen. Een thema dat op deze Bevrijdingsdag, waarin wij vieren in dat we in vrijheid leven, extra actueel is. Maar in hoeverre zijn Nederlanders bereid om de wapens op te pakken om voor deze vrijheid te vechten? Die bereidheid blijkt met slechts 14 procent enorm laag.Dat blijkt uit representatief onderzoek van het Hart van Nederland-panel onder 3954 respondenten. De bereidheid om te vechten is al jaren enorm laag, met telkens rond de 14 tot 16 procent in verschillende onderzoeken. Daarmee scoort Nederland vaak het laagste van heel Europa. Maar uit dit nieuwste onderzoek blijkt dat er een grote kans is dat de bereidheid de komende jaren nog verder achteruit gaat.Het zijn namelijk vooral jongeren die ertegen zijn om te vechten en mogelijk te sterven voor Nederland, als zij hiervoor gevraagd zouden worden. 12 procent van de 25 tot 34-jarigen en slechts 7 procent van de 18 tot 24-jarigen zou hiertoe bereid zijn. Een van de personen die zich inzet voor de veiligheid van Nederland is militair Sjors. Bekijk zijn verhaal over hoe hij als onderdeel van de Patriot-eenheid aan de Oekraïense grens is gestationeerd:Politieke voorkeurBij de politieke voorkeuren van de respondenten valt op dat de huidige aanhangers van Partij voor de Dieren (4 procent), Forum voor Democratie (7 procent) en SP (9 procent) opvallend minder bereid zijn om te vechten voor Nederland. Aan de andere kant blijken stemmers van Volt (38 procent), ChristenUnie (28 procent) en CDA (22 procent) aanzienlijk meer bereid om het vaderland te verdedigen. Onder stemmers van de twee grootste partijen bij de laatste verkiezingen, BBB en VVD, ligt dit niveau op respectievelijk 18 en 19 procent.In het algemeen is de bereidheid om te vechten groter bij mannen dan bij vrouwen. Maar liefst 22 procent van de mannelijke deelnemers staat klaar om de strijd aan te gaan, terwijl 7 procent van de vrouwelijke respondenten deze vastberadenheid toont.Van alle ondervraagden gaf 52 procent aan niet bereid te zijn om te vechten voor Nederland. Een aanzienlijk aantal mensen (23 procent) toonde echter wel bereidheid om direct achter de frontlinies te helpen, mocht het nodig zijn.