De man die op 4 mei in het IJssellandziekenhuis in Capelle aan den IJssel het bijtende perazijnzuur rondsprenkelde in het magazijn, deed dat uit woede over pesterijen van collega's. Hij zei dat vrijdag tegen de rechtbank in Rotterdam, waar hij terechtstaat voor poging tot moord of doodslag, mishandeling en vernieling. De 26-jarige Hans J. had er veel spijt van, zei hij. Hij werkte zes weken in het ziekenhuis, op logistiek en transport, toen het misging. J. bekende dat hij de boel wilde vernielen maar wist niet dat de gevolgen van het giftige spul zo groot en ernstig konden zijn. Zeker zestien collega's kregen gezondheidsklachten, de schade was groot en het ziekenhuis sloot tijdelijk enkele afdelingen. De verdachte wilde in het openbaar niet ingaan op de reden van de pesterijen, omdat dit te persoonlijk is, vond hij. Hij werd naar eigen zeggen al twee jaar lang gepest en dat leidde ertoe dat hij steeds van baan wisselde. Collega's van J. hebben overigens tegengesproken dat er sprake was van pesterijen. Deskundigen denken dat er sprake was van psychoses en dat hij daardoor steeds meer gefrustreerd raakte. Drank en drugs J. zat begin mei slecht in zijn vel door drank- en drugsgebruik en een slaaptekort. De 4e mei ,,knapte er iets'' bij hem. Hij pakte acht tot tien jerrycans waarin restanten perazijnzuur zaten. Dit wordt gebruikt om medische instrumenten te reinigen. In het magazijn waren geen mensen, maar het zuur verspreidde zich snel door de lucht. Drie collega's kregen ernstige klachten, onder meer aan de luchtwegen, en dertien anderen in mindere mate. J. vond dit voor hen ,,heel heftig''. Rechtbanktekening: Jan Hensema
