Vanwege de warmte en de kans op onweer heeft het KNMI maandag in het hele land code geel afgekondigd, in bepaalde delen zelfs dubbel code geel. Maar hoeveel Nederlanders volgen die waarschuwingen eigenlijk op? Een kleine minderheid, zo blijkt uit representatief onderzoek van Hart van Nederland.Slechts 40 procent van de 3350 respondenten zegt altijd rekening te houden met de weerwaarschuwingen van het KNMI. Ruim de helft van de Nederlanders (58 procent) zegt dat niet te doen. "Ik raak immuun voor alle codes", is een van de veelgehoorde reacties. "KNMI waarschuwt voor alles en nog wat, maar meestal ten onrechte. Ik neem dat soort waarschuwingen al geruime tijd niet meer serieus", zegt een respondent.Jongeren slaan de waarschuwingen het vaakst in de wind, blijkt uit ons onderzoek. 72 procent van hen trekt zich niets aan van de codes, terwijl onder de 65-plussers slechts 47 procent de waarschuwingen in de wind slaat. 58 procent van de ouderen is juist wel voorzichtiger. "Ik let altijd op de weersverwachting. Ben altijd alert bij geel, oranje of rood", schrijft een van hen. Ook zijn het relatief vaker mannen die de waarschuwing vaker negeren: 64 procent tegenover 51 procent van de vrouwen die zich er niet aan houdt.Hoe wordt een code bepaald?Het KNMI heeft de officiële veiligheidstaak om weerwaarschuwingen uit te geven. Bij code geel wordt mensen gevraagd alert te zijn, bij code oranje is er een grote kans op gevaarlijk of extreem weer waar mensen op voorbereid moeten zijn, en bij code rood kan de impact zo groot worden dat mensen wordt geadviseerd actie te ondernemen.De criteria hiervoor zijn zeer strikt: het meteorologisch instituut heeft per weersituatie precies vastgelegd wanneer zij een weerwaarschuwing afkondigen. Op basis van deze zogenaamde drempelwaarden, zoals een specifieke temperatuur, hoeveelheid regen of windsnelheid krijgen we dus een code geel, oranje of rood. De waarschuwingen worden dus niet zomaar gekozen, al kijkt het KNMI wel naar maatschappelijke en technologische ontwikkelingen en past het de waarschuwingen hier de komende jaren op aan.De weerswaarschuwingen hoeven van een deel van de bevolking dan ook niet minder vaak te worden afgegeven. "Ik hoor liever een waarschuwing teveel dan een te weinig", aldus een respondent. "Een gewaarschuwd mens telt voor twee", zegt een ander. "Mensen zijn teveel met zichzelf bezig. Die klagen dan dat er bij hen niks is gebeurd, terwijl 10 kilometer verderop vele daken van schuren zijn gewaaid. Een gevalletje 'je doet het nooit goed'".