Veel Nederlanders werken zich een slag in de rondte, maar komen toch in armoede terecht. Na jaren dat het beter ging, is in 2017 weer een stijging van het aantal werkenden dat kans loopt op armoede. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. Vooral zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) lopen risico om in armoede terecht te komen. In 2017 steeg het percentage zzp’ers met een armoederisico van 8,1 naar 8,6 procent.188.000 NederlandersDaarnaast lopen vooral mensen die in deeltijd werken of deel uitmaken van eenoudergezinnen risico. In totaal hebben zo’n 188.000 Nederlanders de kans om in de armoede terecht te komen. Een oorzaak voor de stijging van het armoederisico is volgens het CBS de achterblijvende koopkrachtstijging. In 2017 steeg de koopkracht slechts 0,5 procent. Bijna de helft van de Nederlanders ging er dat jaar op achteruit. Lees ook: Rutte houdt vol: ‘Meeste mensen gaan erop vooruit’ Dat je het risico hebt om in armoede terecht te komen, wil niet zeggen dat je ook daarin terechtkomt. Heb je bijvoorbeeld lagere woonkosten, houd je mogelijk genoeg geld over om van te leven.GezinssamenstellingHet CBS heeft in de berekeningen gekeken naar de inkomsten van werknemers, zelfstandigen met personeel en zonder personeel, en daarbij gekeken naar de gezinssamenstelling. Bij een groter gezin met kinderen wordt de kritische ondergrens al eerder bereikt. Bij een gezin met twee kinderen moet dus bijvoorbeeld minimaal 1.960 euro bruto per maand verdiend worden.
