Ruim een vijfde van alle kinderen en jongeren met een handicap (22 procent) zegt (heel) vaak of altijd buitengesloten te worden. Bij leeftijdgenoten zonder beperking is dat 5 procent. De cijfers komen van de Stichting het Gehandicapte Kind, die onder zevenhonderd jeugdigen (6 tot en met 18 jaar, met en zonder handicap) representatief onderzoek liet doen door onderzoeksbureau Kien. Maandag begint de Week van het Gehandicapte kind.De stichting is bezorgd over de cijfers en vindt dat de nieuwe regering in actie moet komen om het probleem aan te pakken. Ze wil die daartoe ook laten aansporen met een petitie. "Van jongs af aan buitengesloten worden heeft namelijk levenslang effect op onder andere het zelfvertrouwen", weet de organisatie. Kinderen met een handicap geven hun leven drie keer vaker een onvoldoende.'Buitensluiten voelt als straf'"Onze hersenen registreren buitengesloten worden op dezelfde manier als fysieke pijn. Buitengesloten worden voelt als gestraft worden. Kinderen hebben een enorme hechtingsbehoefte en gehecht zijn is het tegenovergestelde van buitensluiting. Om te groeien heeft een kind voeding nodig. Als je er niet bij hoort en buitengesloten wordt, krijg je psychisch niet genoeg te eten", aldus ontwikkelingspsycholoog Steven Pont. De slachtoffers van buitensluiting gaan zich bijvoorbeeld vaak afzonderen om te voorkomen dat ze verder worden afgewezen.Ook de kinderambassadeurs Art (11), Feline (13), Thomas (10) en Vesper (11) gaan proberen de situatie te verbeteren. Ideeën hebben ze zat. "Voor mij is het moeilijk om te spelen in de speeltuin omdat ik een looprek heb en de toestellen daar niet voor gemaakt zijn. Als ik een bouwvakker zou zijn, zou ik als eerste alle speeltuinen aanpassen, zodat ook kinderen met een handicap kunnen spelen!" aldus Thomas.Stichting het Gehandicapte Kind probeert onder meer om speeltuinen, sportclubs en scholen toegankelijk te maken voor iedereen.ANP