In Nederland voelen verkopers van vuurwerk zich steeds vaker gefrustreerd. Waar ze 20 jaar geleden nog als 'helden' werden gezien, zijn ze nu vaak het mikpunt van kritiek. Dit komt omdat het voor het publiek moeilijk is om het verschil te zien tussen legaal vuurwerkplezier en wangedrag met illegaal (zwaar) vuurwerk. Genoeg reden voor de branche om in actie te komen.Vernielde bushokjes, opgeblazen brievenbussen, brandstichting en wangedrag met zwaar illegaal knalvuurwerk van een kleine groep. Het zorgt ervoor dat al het vuurwerk over één kam wordt geschoren, is de vrees. De vuurwerkbranche heeft daarom de campagne "Niet ons Vuurwerk" gestart, om het verschil duidelijk te maken. De hoop is dat verkopers van vuurwerk zo weer met trots hun werk doen en hulpverleners veiliger hun werk kunnen uitvoeren.Legaal of illegaal?"De boosheid zit hem erin dat wij vaak de zwarte piet toebedeeld krijgen, voor spul wat wij niet verkopen", aldus Frans Köhler, die namens de Vuurwerkbranche spreekt. Hij hoopt dat de campagne hier verandering in kan brengen.Legaal siervuurwerk voldoet namelijk aan alle veiligheidseisen van de overheid: het vuurwerk knalt niet te hard, vliegt niet te hoog de lucht in en houdt niet te lang aan. Illegaal vuurwerk daarentegen knalt harder, vliegt hoger en duurt langer dan is toegestaan. Het kan ook gemakkelijker ontploffen of op een andere manier gevaarlijk zijn. Illegaal vuurwerk wordt vaak verkocht op de zwarte markt of wordt meegesmokkeld uit het buitenland.Marije Busscher, een vuurwerkverkoopster uit Hengelo, ziet dat het inderdaad nodig is om te laten zien wat wel en niet legaal is. Ze kan geen respect opbrengen voor mensen die cobra's en ander hard knalvuurwerk kopen. "Ik wil daar verre van distantiëren. Daar moet je enorm mee oppassen, want dat is waar je de vingers mee afknalt en de echte ongelukken mee gaan gebeuren."