Steeds vaker kiezen melkveehouders ervoor om hun melkkoeien te vervangen voor een ander dier, zoals alpaca’s, lama’s of struikvogels. Boer Bert Meems (27) nam afscheid van zijn melkkoeien en ruilde ze in voor waterbuffels. Op zijn ‘buffelfarm’ heerst nu een totaal andere sfeer: "Als ik ze bij naam roep, komen ze er meteen aan."Buffelmelk, buffelijs en buffelburgers: het is een greep uit het assortiment van buffelboer Bert. Het klinkt een stuk exotischer dan normale melkproducten. Bert is een van de boeren die zijn normale melkkoeien uitzwaaide. Door de strenge regelgeving verloor hij het plezier. Als investering kocht hij zeventig koeien, maar hij moest daarvan door fosfaatrechten 22 koeien weg doen. "Daar baalde ik enorm van", verzucht Bert. Op Facebook volgde hij al langere tijd andere buffelboeren. Toen hij op datzelfde platform een bericht zag dat er buffelboeren werden gezocht, twijfelde hij geen moment. Hij kon de waterbuffels van een boer uit Brabant overnemen. Inmiddels staan vijftig buffels in de stal of buiten in de wei.HuisdierenBij waterbuffels gelden minder strenge regels dan bij koeien. "De overheid ziet ze als huisdieren", legt Bert uit. Bovendien levert het financieel gezien meer op. De waterbuffels leveren weliswaar minder melk op, maar de buffelmelk kan voor een hogere prijs worden verkocht. Ook scheelt het in de kosten. "Waterbuffels eten minder voer en hebben minder medicijnen nodig dan melkkoeien", vertelt Bert.Het CBS ziet een sterke daling in het aantal melkveebedrijven in Nederland. In 2000 waren er nog 23.280 boeren met melkkoeien, in 2020 waren dat er nog maar 14.540. "Het is een zorgelijke ontwikkeling", vertelt Cor Pierik, landbouwspecialist bij het CBS.Volgens Pierik heeft deze afname een aantal redenen. Zo hebben boeren steeds vaker geen opvolger die hun boerderij wil overnemen, omdat kinderen vaker een andere opleiding gaan volgen. Ook het verdienmodel is niet meer zo gunstig voor de melkveehouders als vroeger. "Melkveehouders hebben tegenwoordige dubbel zoveel koeien als voorheen. Hun inkomen blijft hetzelfde, want de melkprijzen blijven hetzelfde."FosfaatrechtenstelselDe melkveehouders krijgen het lastiger door strenge regelgeving, zoals mestquota en melkquota. Ook de invoering van fosfaatrechtenstelsel speelt een grote rol. Hierdoor is het aantal dieren dat je mag houden, afhankelijk van verschillende factoren. "Als je te veel koeien op je grond hebt, moet je er grond gaan bijkopen. Dat is ontzettend prijzig", vertelt Pierik.Een switch naar een ander soort boerderij is dus een mogelijke oplossing, maar niet voor iedereen, waarschuwt Pierik. "Het blijft een niche markt. Niet iedereen kan het doen, want de vraag naar bijvoorbeeld kamelenmelk verdubbelt niet."