Partners van Nederlandse luchtmachtpiloten die actief waren in het Baltische luchtruim zijn thuis lastiggevallen, meldt De Telegraaf. Ze kregen meerdere telefoontjes van mensen met een Russisch accent, die onder meer vroegen of de piloten niet beter konden vertrekken. De Nederlandse F16-piloten deden in 2017 mee aan een NAVO-missie in de Baltische staten, de Baltic Air Policing-missie. De missie is bedoeld als signaal naar Rusland dat de NAVO-landen een aanval op Letland, Litouwen en Estland niet accepteren. Terwijl de piloten het luchtruim bewaakten, namen onbekenden contact op met hun vrouwen en vriendinnen in Nederland. De personen die belden, zouden Engels met een Russisch accent hebben gesproken en onaangename vragen hebben gesteld over de activiteiten van de piloten. De telefoontjes begonnen nadat de piloten met hun eigen telefoon naar huis hadden gebeld. Tegenwoordig mogen militairen op missie niet meer via openbare netwerken naar Nederland bellen, maar alleen met een prepaid-toestel met een simkaart uit het land waar ze zich bevinden. Ook mogen ze alleen inloggen op het netwerk van defensie, om te voorkomen dat ongewenst wordt meegeluisterd.Niet duidelijk of het nog steeds gebeurtHoeveel mensen zulke telefoontjes hebben gekregen, is niet duidelijk. De Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) zegt in de krant dat het op de hoogte is van de praktijken, maar wil er verder niets over kwijt. Daardoor is niet duidelijk of partners van militairen nog steeds worden lastiggevallen. In oude jaarverslagen van de MIVD stond dat er jaarlijks zo'n tien tot twintig incidenten waren met partners van uitgezonden defensiemedewerkers. Sinds een paar jaar worden die getallen niet meer vermeld.
