Het kabinet overweegt een maandelijkse autoloze zondag in te voeren om de stikstofuitstoot te verminderen. Maar een kleine meerderheid van de Nederlanders ziet dat niet zitten, blijkt uit onderzoek van Wat vindt Nederland. De regering laat op dit moment uitrekenen hoeveel stikstofwinst bepaalde onorthodoxe maatregelen opleveren. Hiermee zou op de korte termijn de uitstoot van stikstof kunnen afnemen waardoor bouwprojecten die nu stil liggen verder kunnen.Vijftigplussers wel voorstanderEen van de maatregelen waar het kabinet over denkt, is een maandelijkse autoloze zondag. Van de bijna 2300 deelnemers die hebben meegedaan aan het Wat vindt Nederland, zegt 54 procent tegen zo'n dag te zijn. Een minderheid van 42 procent zegt het prima te vinden om de auto een dag te laten staan. Lees ook: Autoloze zondag in Nederland sinds 1939: een overzicht Opvallend is dat mensen die ouder zijn dan vijftig jaar wel voorstander zijn van een autoloze zondag. Een nipte meerderheid van 49 procent steunt het plan. Vijftigplussers hebben de laatste autoloze zondagen in Nederland nog meegemaakt. In de jaren zeventig waren de snelwegen leeg vanwege de oliecrisis.'Autoloze zondag ook voor elektrische auto's'Als de autoloze zondag er toch mocht komen, zouden elektrische auto's dan uitgezonderd moeten worden? Die wagen stoten natuurlijk geen stikstof uit. Nee, vindt ruim drie kwart van de Nederlanders, de autoloze zondag hoort voor alle soorten auto's te gelden. Een meerderheid van 63 procent vindt wel dat er een uitzondering moet komen voor mensen die op de autoloze zondag moeten werken. Van 32 procent van de deelnemers moeten zij op een andere manier naar hun werk.'Liever lagere maximumsnelheid'Een autoloze zondag zien veel Nederlanders dus niet zitten, maar wat is het alternatief? Het kabinet overweegt ook om de maximumsnelheid te verlagen naar honderd kilometer per uur. 55 procent zegt liever iedere dag langzamer te rijden dan verplicht de auto één zondag per maand te moeten laten staan.Wat vindt Nederland is het opiniepanel van Hart van Nederland. Het panel bestaat op dit moment uit 27.000 leden. Per onderzoek wordt een deel van het panel uitgenodigd. Dat gebeurt op basis van de kenmerken van de deelnemers, zoals politieke voorkeur, geslacht, woonplaats, leeftijd. Alle onderzoeken vinden plaats onder begeleiding van opiniepeiler Maurice de Hond.