Deze winter is er een recordaantal grazers afgeschoten in de Oostvaardersplassen. Tussen 1 december en 31 maart stierven er 2.969 beesten in het gebied, waarvan 89 procent werd afgeschoten. De dieren worden afgeschoten om onnodig lijden te voorkomen. Dat maakte Staatsbosbeheer donderdag bekend. In de maand maart stierven 1.155 grote grazers. Een groot deel van die dieren - 759 edelherten, 137 paarden en 37 runderen - werden afgeschoten. De rest stierf een natuurlijke dood. "Alleen dieren waarvan conditie en gedrag lieten zien dat ze het eind van de winter waarschijnlijk niet zouden halen", aldus Staatsbosbeheer.Lees ook: Politie: ‘Aangifte dierenleed grazers heeft geen zin’Staatsbosbeheer streeft ernaar tenminste 90 procent van de dieren geen natuurlijke dood te laten sterven. Dit op advies van het Rijk. "Het heeft grote inspanning gekost om dit onder de huidige zware omstandigheden (veel sterfte in korte tijd) te realiseren", lichten zij toe.Lees ook: Actievoerders Oostvaardersplassen bekeurd na rel om doodgeschoten hertDat niet iedereen het met deze methode eens is, bleek de afgelopen maanden. Actievoerders voerden de dieren bij, ook al adviseerde Staatsbosbeheer nadrukkelijk dit niet te doen. Volgens de Dierenbescherming moet het protocol van afschieten goed worden nageleefd, omdat de dieren anders onnodig honger lijden. Lees hier alles over de Oostvaardersplassen Deze reportage werd eerder uitgezonden bij Hart van Nederland.
