Stans van der Geer zit met haar handen in het haar. Ze is een van de ongeveer dertig inwoners van het Groningse gehucht Hongerige Wolf en gaat gebukt onder overlast van steenmarters. Die roofdieren slopen de hele boel, knagen aan alles wat los en vast zit en zorgen voor slapeloze nachten omdat ze met hun krassende nageltjes over haar dak lopen. Maar er iets aan doen blijkt lastig, want de marters zijn een beschermde diersoort. Die beschermde status is vastgelegd in de 'wet natuurbescherming' en zorgt ervoor dat bestrijders de beesten slechts mogen vangen en verplaatsen. Schieten is uit den boze. Maar, zegt bestrijder Kees van 't Westeinde, ook dat vangen is geen sinecure. "Die beesten zijn waanzinnig intelligent. Als je iets verzint is de kans groot dat ze iets verzinnen om je val te omzeilen. Daarnaast komen ze alleen in actie in de nacht. Dat maakt het vangen ook een stuk lastiger."Wanhopige maatregelenEn dus neemt de overlast flink toe, met Hongerige Wolf als symbolisch dieptepunt. "Als ik het over de steenmarters heb op straat heeft iedereen er een verhaal bij," legt Stans van der Geer uit. "Bij mij springen ze uit de boom op het dak en rommelen en stommelen ze de hele nacht door. Al jaren zorgen ze voor overlast en niemand begint er iets tegen." Het noopt haar tot wanhopige maatregelen. "Ik heb allemaal spuitbussen die tegen die beesten zouden moeten helpen aangeschaft en heb zelfs urine in een goot gestopt, daar schijnen ze niet van te houden." Kees van 't Westeinde benadrukt dat Hongerige Wolf slechts een klein voorbeeld is van de grote overlast die de steenmarters met zich meebrengen. "Het is niet slechts een Gronings probleem. Heel Oost-Nederland heeft last van ze. Ik zag laatst een kaartje met het leefgebied van die beesten - dat gaat een heel eind het land in." De discussie over hoe om te gaan met de steenmarters is niet nieuw, zeker niet nu de populatie van die dieren in de afgelopen jaren flink toegenomen is. Ook in politiek Den Haag werd er al eens stilgestaan bij de vraag of de beesten niet gewoon geschoten kunnen worden. Een voorstel daartoe van toenmalige kamerleden Jacobi (PvdA) en Heerema (VVD) kon niet op een meerderheid rekenen in 2016, ondanks steun vanuit verschillende hoeken van de maatschappij.