Premier Rutte zegt dat hij en de rest van het kabinet tijdens de coronacrisis soms te hard kan zijn geweest tegen mensen die zich niet wilden laten vaccineren. In reactie op vragen van BBB-leider Van der Plas zegt hij aan te nemen "weleens" fouten te hebben gemaakt in de communicatie.Van der Plas maakte zich woensdag tijdens het Kamerdebat over de aanpak van de coronacrisis in de eerste zes maanden zorgen over de ontstane tweedeling in de samenleving. "Heel veel mensen zijn hier in die periode toch wel een beetje weggezet. Het was onzin. Het was de pandemie van de ongevaccineerden. Het was asociaal en decadent als je dat niet deed. Dat heeft toch wel voor heel wat polarisatie gezorgd", aldus Van der Plas tegen de premier, waarna ze de vraag stelt of Rutte erkent dat het kabinet soms te hardvochtig is geweest richting deze mensen."Misschien onbedoeld, maar zeker niet bedoeld", aldus de premier. Tegelijkertijd vond hij dat het land in de begintijd van de coronapandemie ook met een "enorm probleem" te maken had. "Ik vond dus dat er pressende, dwingende redenen waren om dat onderscheid wel te maken. Dat kan dan natuurlijk misschien leiden tot een gevoel van uitsluiting."GesprekDe premier vindt wel dat de samenleving moet accepteren "dat er af en toe robuust gecommuniceerd wordt", zoals hij het zelf omschrijft. Dat geldt ook voor de mensen die tegen de coronamaatregelen waren, vindt Rutte. "Zij schoten ook weleens door. Ik heb ook wel mensen op straat gesproken die begonnen met schelden. Als je dan even doorpraat, heb je eigenlijk een heel goed gesprek. Je wordt het niet eens, maar luistert wel weer met respect naar elkaar."Volgens de premier was de crisis een periode van grote stress. "Er zullen heus dingen gezegd zijn die ik ook niet meer helemaal precies kan terughalen. Ik meen zelf geprobeerd te hebben dat steeds te voorkomen, maar ik kan dat niet honderd procent garanderen. Hoe het overkomt, is ook nog in the eye of the beholder."Bovenstaand fragment was eerder te zien bij HLF8