Ku’j wel hen gaon en scheet ne kanarie veur 't gat, maor door scheet i-j niks met op: hoe vaak hoor je het nog? We kennen allemaal de natte 't' uit het westen of de zachte 'g' uit het zuiden van ons land, maar waar wordt er nou nog echt met een dialect gepraat? De Nederlandse dialecten lijken te verdwijnen. Het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers (ECAL) vindt dat jammer en start daarom een actie om het Achterhoekse dialect nieuw leven in te blazen. Samen met de IJsselacademie, Twentehoes, de Stellingwarver Schrieversronte, het CGTC en het Huus van de Taol hebben ze voor elke streek 'beurtbalkjes' ontwikkeld. A'j plat kunt praotenDeze beurtbalkjes, die je tussen de boodschappen zet als je bij de kassa staat, vind je vanaf nu in meerdere supermarkten door het hele land. Daarop staan typische uitspraken die bij die streek horen. Bijvoorbeeld: "A'j plat kunt praoten, mo'j 't neet laoten". Oftewel: 'Als je plat kunt praten, moet je het niet laten'. Willem Jansen (80) woont al zijn hele leven in Ruurlo en vindt het prachtig. "Het is mijn moedertaal", zegt hij. "Het is onze cultuur. Ik spreek het liefst Achterhoeks, want daardoor begrijpen we elkaar hier beter. Het is makkelijker met elkaar communiceren." Hij hoopt daarom ook dat het altijd blijft bestaan, maar is er bang voor. Ouderen spreken het dialect nog wel, maar jongeren vaak niet meer. Dat geldt niet voor Derk Krooshof. Hij werkt in het verzorgingstehuis waar Willem woont en daar is het erg handig als je een beetje plat praat. "Ik ben ermee opgevoed", zegt hij. "Bij mij op school wordt eigenlijk helemaal niet plat gepraat, maar toen ik hier kwam werken begreep ik het allemaal heel makkelijk. Maar ik spreek het zelf eigenlijk ook niet."Laten zien wie je bentVolgens hoogleraar Nederlands Marc van Oostendorp verdwijnt het dialect gelukkig niet. "Er wordt al zeventig jaar gezegd dat het afgelopen is met het dialect, maar het is er nog steeds!" Zijn collega's zijn het daar niet mee eens. De voorspelling is dat dialecten over vijftig jaar echt zijn verdwenen. "Ik geloof dat niet. Dialect laat zien dat taal niet alleen iets is om een boodschap over te dragen, maar dat mensen het ook gebruiken om te laten zien wie ze zijn: waar ze vandaan komen en bij welke groep je wil horen."Toch kan ook Oostendorp niet ontkennen dat je het dialect steeds minder hoort. "Vroeger kwam je nog wel eens ergens en praatten ze daar ineens totaal anders. Nu gaat het dialect steeds meer lijken op het standaard Nederlands. Zo hoor je nog wel dat mensen in Twente de '-en' aan het eind van het woord inslikken of dat Brabanders 'houdoe' zeggen, maar het wordt begrijpelijker." Hij vindt het wel jammer, maar "het dialect verdwijnt niet, het verwatert alleen", zegt hij.