Het aantal daklozen in Nederland is wederom gedaald. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek die vandaag zijn gepubliceerd. Begin dit jaar telde ons land 32.000 mensen van 18 tot 65 jaar die dakloos waren. Zo'n 4000 minder dan het jaar ervoor. Onder daklozen vallen mensen die slapen op straat, bij een daklozenopvang, familie of vrienden.De meeste daklozen bevinden zich in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Ook valt op dat de meerderheid man is en bijna twee derde een migratieachtergrond heeft.Vooral minder jonge daklozenMet name in de leeftijdscategorie van 18 tot 27 jaar neemt het aantal daklozen sterk af. In 2016 bestond zo'n 35 procent van de daklozen uit mensen in de leeftijd van 18 tot 27 jaar, terwijl dat nu, bijna de helft minder, zo'n 18 procent is.Valente, de branchevereniging voor de maatschappelijke opvang, zet vragen bij de daling. "De praktijk van de opvang laat op dit moment een ander beeld zien: de opvang is overvol en dagelijks kloppen alleenstaanden en gezinnen aan voor wie geen plek is. Ook de door het CBS gerapporteerde afname van het aantal dakloze jongeren is in de praktijk niet zichtbaar", reageert zij.Onzichtbare daklozenVolgens de branchevereniging zijn er veel onzichtbare daklozen, die niet meegenomen zijn in de cijfers. Dit zijn bijvoorbeeld mensen die vanwege spanningen in huis of huiselijk geweld tijdelijk ergens anders slapen. Ook worden daklozen onder de 18 jaar en boven de 65 jaar buiten de cijfers gelaten, terwijl die er wel degelijk zijn. Zo meldt Valente dat er in 2020 zo'n 1650 minderjarige jongeren met ouder zijn opgevangen in de maatschappelijke opvang. Het CBS wijst erop dat de cijfers over 2020 en 2021 voorlopig zijn en nog enigszins aangepast kunnen worden als de statistici later aanvullende informatie ontvangen.