In delen van Nederland rijden momenteel minder treinen omdat de bodem onder het spoor te slap is. Ook rijden sommige treinen langzamer vanwege het risico op verzakking. Dat bevestigt spoorbeheerder ProRail dinsdag na berichtgeving door Treinreiziger.nl."Dit komt echt niet als een verrassing, wij zijn hier al jaren mee bezig", zegt een woordvoerder van ProRail. "Treinen gaan steeds harder rijden, steeds vaker en zijn ook steeds zwaarder. Het spoor kan maar een bepaald gewicht hebben", legt hij uit. De zegsman wijst erop dat de veel sporen in ons land al meer dan honderd jaar oud zijn. Zachte veengrondOngeveer een derde van het Nederlandse treinspoor ligt op slappe grond. "Met name in het westen van het land, waar veel zachte veengrond is, kan dat leiden tot een spoorverzakking", aldus de woordvoerder. Op tientallen trajecten zorgt dat voor hinder voor de geplande dienstregeling, erkent de spoorbeheerder. Zo is het nog maar de vraag of er extra Sprinters kunnen worden ingezet tussen Den Haag en Rotterdam vanwege de bodem bij Schiedam, aldus ProRail. Tussen Leiden en Utrecht worden zelfs Sprinters ingezet als Intercity, omdat deze treinen lichter en daarmee minder belastend zijn voor het spoor.Langzamer rijdenOok mogen treinen op sommige plekken minder hard rijden. Op het traject Amsterdam-Eindhoven zijn de snelle tienminutentreinen een probleem, waardoor treinen minder hard mogen rijden bij Culemborg. Bovendien mag tussen Amsterdam en Utrecht nu 'slechts' 140 kilometer per uur worden gereden in plaats van de normale 160 kilometer. ProRail is inmiddels een groot onderzoek gestart om te kijken op welke stukken spoor er problemen met de bodem zijn en welke maatregelen er moeten worden genomen. Naar verwachting is dat onderzoek over een jaar afgerond. Ook doet de spoorbeheerder op dit moment met onder andere de TU Delft langdurig onderzoek naar de bodemverzakking.Tekst: ANP / Bovenstaande reportage is eerder uitgezonden