Het monumentale ontvangstgebouw bij de Meierijsche Museumboerderij in het Brabantse Heeswijk-Dinther is afgelopen nacht in vlammen opgegaan. De brandweer wist te voorkomen dat de brand oversloeg naar de naastgelegen boerderijhoeve.De melding van de brand kwam even na middernacht binnen. De brandweer rukte groots uit om de vuurzee te bestrijden. De museumboerderij en het bezoekerscentrum hebben beiden een houten kap en zijn dus vuurgevoelig. Doordat er nauwelijks wind stond wist de brandweer te voorkomen dat de vlammen oversloegen op de hoeve. Regelrechte ramp"De brandweer zei ook al: als dit vorige week was gebeurd was het vuur overgeslagen en was ook de Museumboerderij als een hele fakkel verbrand, want toen waaide het heel hard", vertelt voorzitter Hans van Sleuwen van Stichting Meierijsche Museumboerderij maandagochtend aan Hart van Nederland. Van het monumentale ontvangstgebouw is weinig meer over. De brand is een regelrechte ramp voor Van Sleuwen en de circa 75 vrijwilligers die actief zijn in het museum. Was het museum na de coronacrisis eindelijk weer open, ligt alles nu opnieuw stil. Dinsdag komen er altijd basisschoolleerlingen langs. "We willen nu geen kinderen hier, dit is te verdrietig."Reliek van Heilige CuneraMaar, alles is te vervangen, vervolgt de voorzitter monter. Nou ja, bijna alles, want in het ontvangstgebouw ligt het reliek van de Heilige Cunera. Haar botfragmenten werden bewaard in een zilveren medaillon en lagen veilig achter slot en grendel, maar zijn waarschijnlijk niet bestand tegen een vuurzee. "Ja dát is onvervangbaar", verzucht Van Sleuwen. Hij heeft nog wel de hoop dat het reliek de brand heeft overleefd, maar omdat niemand het afgebrande pand mag betreden, is dat nog even afwachten. Ondertussen is het slikken en weer door: de vrijwilligers zijn al druk bezig met de toekomst. "Het wórdt weer opgebouwd. Ik zeg: het wórdt weer opgebouwd", besluit Van Sleuwen vol goede moed.Beeld: Meesters Multi Media