De Staat gaat in hoger beroep tegen het vonnis van de rechter van maandag over het terughalen van IS-kinderen. Dat laten ministers Ferd Grapperhaus (Justitie) en Stef Blok (Buitenlandse Zaken) dinsdag weten in een brief aan de Tweede Kamer. De voorzieningenrechter in Den Haag oordeelde maandag dat Nederland er alles aan moet doen om de 56 kinderen van verschillende IS-vrouwen terug te halen naar Nederland. Ze zitten momenteel samen met hun moeders vast in kampen die door de Koerden worden beheerd in Noord-Syrië.Niet onverwachtsAdvocaten van de IS-vrouwen hielden er al rekening mee dat de Staat in beroep zou gaan tegen het terughalen van de kinderen. De Staat heeft zich namelijk steeds verzet tegen het actief ophalen van 23 Nederlandse IS-vrouwen en hun 56 kinderen, stelt advocaat André Seebregts dinsdag in een eerste reactie. Hij neemt het verder voor kennisgeving aan. Seebregts wijst erop dat de rechter bepaald heeft dat de Staat binnen veertien dagen al het nodige moet doen om in ieder geval de kinderen te repatriëren, ook als er beroep zou worden ingesteld. Voor de IS-vrouwen bestaat die verplichting niet. De advocaten denken dat de vrouwen meteen meekomen, omdat de Koerden ook van hen af willen. Lees ook: Opa van IS-kinderen bereidt zich voor op hun terugkomst De voorzieningenrechter in Den Haag zei maandag dat de kinderen in een acute noodsituatie verkeren door de erbarmelijke omstandigheden in de kampen. Hij stelde dat de kinderen het slachtoffer zijn van hun ouders en dat de Staat ze volgens internationale verdragen bescherming moet bieden. Terughalen is dan de enige optie, stelde de rechter. ANP/Redactie