Voor veel Nederlanders is een glas frisdrank vaste prik. Maar al die suikers zijn volgens het Diabetes Fonds één van de voornaamste redenen dat 1 miljoen mensen in dit land diabetes type 2 hebben. Het fonds heeft dinsdag de Tweede Kamer een petitie aangeboden, waarin 20.000 ondertekenaars pleiten voor een totaalverbod op kortingsacties op suikerrijke dranken. Al blijkt het grootste deel van de Nederlanders helemaal niet gevoelig voor korting op frisdrank. Dit blijkt uit onderzoek onder deelnemers aan Wat Vindt Nederland. 76 procent van de Nederlanders zegt in het onderzoek dat ze nooit blikjes frisdrank kopen. 14 procent van de Nederlanders zegt wel dagelijks frisdrank te kopen, al gaat het dan maar om een blikje per dag. De overige 9 procent koopt minimaal twee blikjes frisdrank per dag.Nederlanders niet gevoelig voor korting80 procent van de ondervraagden laat weten dat ze niet gevoelig zijn voor kortingen. 20 procent daarentegen zegt wel vaker frisdrank te kopen als het in de reclame is. Meer dan de helft van de Nederlanders vinden niet dat reclame op frisdrank verboden zou moeten worden (55%). 32 procent zegt echter dat ze dit wel een goed idee vinden. Een klein deel laat weten dat ze dit niet uitmaakt (13%).Hoeveel mag je eigenlijk binnenkrijgen?De Wereldgezondheidsorganisatie raadt aan om niet meer dan 12,5 (bij vrouwen) of 15 suikerklontjes (bij mannen) aan toegevoegde suikers per dag binnen te krijgen. Maar de gemiddelde Nederlander consumeert er maar liefst 20. Zeker met suikerdrankjes kan het snel gaan: als je een blikje cola drinkt zit je meteen op 9 klontjes. Eén zo’n blikje cola per dag verhoogt het risico op diabetes al met 20 procent. Bij diabetes type 2 maakt de alvleesklier te weinig insuline aan om de suikerspiegel op niveau te houden. Patiënten moeten op hun voeding en beweging letten en soms ook insuline spuiten.Wat vindt Nederland? is het opiniepanel van Hart van Nederland. Het panel bestaat op dit moment uit 27.000 leden. Per onderzoek wordt een deel van het panel uitgenodigd. Dat gebeurt op basis van de kenmerken van de deelnemers, zoals politieke voorkeur, geslacht, woonplaats, leeftijd. Alle onderzoeken vinden plaats onder begeleiding van opiniepeiler Maurice de Hond.