Het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag raadt mensen af om te reizen naar het noorden van het Indonesische eiland Lombok en de nabijgelegen Gili-eilanden. Volgens het ministerie zijn reisorganisaties en touroperators er overigens zelf verantwoordelijk voor of ze reizen laten doorgaan. Maandag zei reisorganisatie TUI nog dat Nederlanders die de komende twee weken naar Lombok op vakantie willen, in principe kunnen gaan. "Maar dat passen we aan. We gaan vanaf nu geen nieuwe passagiers naar Noord-Lombok en de Gili-eilanden brengen", aldus een TUI-woordvoerster. "Veertien Nederlanders die in een hotel in het zuidoosten van het eiland zitten, zijn ongedeerd gebleven maar hebben aangegeven dat ze eerder naar huis willen."Geen negatief reisadviesIn het algemeen geldt volgens TUI dat wanneer mensen een reis hebben geboekt naar een gebied waarvoor een 'negatief reisadvies' geldt, ze die reis kosteloos kunnen omboeken of annuleren. "Maar daar is nu geen sprake van omdat onze gasten niet in een gebied zitten waar Buitenlandse Zaken van zegt dat je er beter niet heen kan gaan." Lees ook: Nederlands kindertehuis Lombok in puin na aardbeving, 80 wezen dakloos Wie al in Noord-Lombok of op de Gili-eilanden is, krijgt van het ministerie het advies de aanwijzingen van de lokale autoriteiten op te volgen. Ook raadt het ministerie Nederlanders aan contact te houden met hun reisorganisatie en luchtvaartmaatschappij en familie op de hoogte te brengen van hoe ze het maken.Terug op SchipholDinsdag kwam er weer een aantal toeristen terug uit Indonesië. Eén van hen, Danila Nieuwenhuis, vertelt hoe heftig de aardbeving op Lombok beleefd werd. "Ik voelde getril en alles ging heen en weer", vertelt Danila. "Iedereen vluchtte weg en ik sprong gauw bij een meisje achterop de scooter om naar het hoogste punt van het eiland te gaan. Er was veel paniek - zeker ook onder de lokale bevolking en na de tsunamiwaarschuwing - dat was wel echt heel heftig." Bekijk het interview met Danila hieronder: Lees hier alles over de aardbeving op Lombok ANP/Redactie