De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft in en bij de stallen van een Gelderse veehouder zeker dertig kadavers van schapen gevonden. In een aparte ruimte achterin de stal zagen inspecteurs van de NVWA ook nog resten van negen schapen die vermoedelijk illegaal waren geslacht. Een aantal lammeren bleek daarnaast veel last te hebben van schurft rondom de bek. Bij een paar was het zo erg dat ze nauwelijks konden eten en drinken. Twee schapen waren er zo erg aan toe dat ze door een dierenarts uit hun lijden zijn verlost. De NVWA en de politie waren een kijkje gaan nemen nadat een voorbijganger had gemeld dat dode schapen soms meerdere dagen bleven liggen en dat niet goed voor de dieren werd gezorgd. In de stallen lagen botten en schedels van gestorven schapen tussen de levende dieren. Buiten de stal vonden inspecteurs ook een groot aantal kadavers, botten en schedels van schapen. Op het bedrijf worden onder meer ook konijnen gehouden. Die hadden geen schoon drinkwater en onvoldoende ruimte. Een veehouder moet kadavers de eerstvolgende werkdag na het overlijden van dieren aanmelden bij een destructiebedrijf, zodat deze kunnen worden opgehaald en verwerkt. Kadavers kunnen, als ze niet op tijd worden weggehaald, een gevaar vormen voor de gezondheid van mensen en dieren. Tegen de veehouder is proces-verbaal opgemaakt. Ook moet de veehouder zijn bedrijf zo snel mogelijk weer op orde brengen.
