Nog steeds kunnen zo’n 10.000 kinderen met een beperking niet naar school, meldt de Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind. De ministeries van Zorg en Onderwijs bespreken samen met andere instanties opnieuw hoe ze dit aantal ‘thuiszitters’ kunnen terugdringen. Ondertussen zijn zorgverleners, ouders en scholen samen al bezig met een oplossing. De ‘Samen naar School-klas’ is een uitkomst voor kinderen die niet geschikt zijn voor speciaal onderwijs, maar meer zorg nodig hebben dan scholieren zonder beperking, zeggen betrokkenen. Kinderen krijgen individuele begeleiding in kleine klassen, maar zitten wel op een reguliere school en kunnen waar mogelijk meedoen met de gym- of muziekles. Sinds 2015 is het aantal van dit soort klassen gegroeid van 4 naar 33.Grote stappenDe 5-jarige Nilla is een van de kinderen die baat heeft bij deze benadering. Ze heeft een autisme-stoornis en kon haar plek niet vinden in het speciaal onderwijs. Het meisje gaat met grote stappen vooruit sinds ze in een ‘Samen naar School-klas’ zit, vertelt haar vader. ''We zijn enorm blij, omdat we deze zorg anders zelf thuis hadden moeten leveren. Bovendien gaat het nu veel beter met Nilla.'' Ze kon niet eerst niet praten, maar kletst nu iedereen de oren van het hoofd, vertelt vader Mark van der Burgt. ''Bij de overheid wordt vaak gezegd dat er te weinig geld is voor maatwerk, maar ik durf te beweren dat door deze klassen juist veel geld wordt bespaard. Kinderen die lange tijd thuiszitten worden probleemgevallen en dat kost de maatschappij uiteindelijk nog veel meer.'''Scholen hebben zorgplicht'Niettemin zijn de ‘Samen naar School’-klassen nog steeds particuliere initiatieven en is het niet altijd even eenvoudig om alles gefinancierd te krijgen, zegt Esther de Bruijn van Stichting Liz, de organisatie die dit soort klassen heeft opgezet in Nijmegen. ''Het geld belandt nu vaak bij de samenwerkingsverbanden waarin de scholen zijn verenigd en wordt niet altijd goed verdeeld.'' Minister Slob van Onderwijs heeft laten weten dat hij op dit moment geen extra geld beschikbaar stelt en dat de verantwoordelijkheid bij de scholen ligt, die een zorgplicht hebben. Op de ‘thuiszitterstop’ van vandaag praat zijn ministerie samen met andere instanties hoe over de aanpak van dit probleem. De Bruijn rekent voorlopig niet op extra hulp van de overheid. Ze wil met haar klassen laten zien dat ze ook zonder kan. ''We zijn gewoon zelf aan de slag gegaan.''
