Steeds meer kinderen gaan naar de dagopvang en de buitenschoolse opvang. Het aantal werkende vrouwen is inmiddels gestegen tot het hoogste niveau sinds 2011. Dat blijkt uit cijfers van de Belastingdienst en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In het tweede kwartaal van 2017 gingen 736.000 kinderen naar de opvang, 56.000 meer dan in 2016. Door de groeiende economie krijgen meer vrouwen een baan en gaan meer kinderen de opvang. Volgens de cijfers werken vrouwen gemiddeld 26 uur per week. "Het is fantastisch om te zien dat steeds meer moeders werken en dat hun kinderen dan terechtkunnen bij kwalitatief goede en betaalbare opvang", aldus demissionair minister Lodewijk Asscher. "De kinderen kunnen in die tijd spelenderwijs al veel leren en natuurlijk ook gezellig samen spelen met andere kinderen. Daar hebben zij later veel profijt van. Goed voor hun taal en goed voor hun ontwikkeling." Het afgelopen jaar is het aantal kinderopvanglocaties gegroeid. Zo zijn er 628 centra voor dagopvang bijgekomen, waardoor het er nu 7643 zijn. Het aantal plekken voor buitenschoolse opvang groeide met 238 naar 6733. Het aantal gastouders neemt juist af. Er zijn nu bijna 1400 minder dan in de zomer van vorig jaar. Al enkele jaren is een afname te zien van het aantal gastouders. Cliënten kunnen daarbij kiezen voor opvang van hun kroost in hun eigen woning of bij de gastouder thuis.
