De bijna tweehonderd mariniers die de afgelopen twee weken hebben meegedaan aan een grote internationale militaire-oefening keren na twee harde weken weer terug naar huis. De Nederlandse militairen maakte deel uit van de oefening 'Noble JUMP II' waarbij wordt gekeken hoe flexibel en snel de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF) van de NAVO is. De missie werd gehouden in Roemenië, en het was nog een heel karwei om al het materieel en personeel naar het Oost-Europa te krijgen. Het logistieke gedeelte van de missie ging zonder al te veel vertraging. Op andere vlakken was er ruimte voor verbetering. “De samenwerking met onze bondgenoten is geslaagd”, zegt majoor der mariniers Jort van den Berg, liaisonofficier bij de Britse bataljonsstaf. Maar er zijn ook belangrijke lessen geleerd. “Zo ontbrak de centrale aansturing van de ondersteunende eenheden van de diverse landen.”Lichte infanterie De mariniers maken dit jaar deel uit van het bataljon lichte infanterie van de VJTF. Hier zitten ook Albanese, Britse en Letse militairen bij. “Voor de Albanezen is een oefening als deze betrekkelijk nieuw. We hebben officieren met een radio meegestuurd, zodat ze ter plekke uitleg konden geven”, aldus Van den Berg. Geruststelling De keuze voor Roemenië was niet toevallig. De veiligheidssituatie in het oosten van het NAVO-verdragsgebied is de afgelopen jaren aanzienlijk verslechterd door de houding van Rusland. Door in dit deel van Europa te oefenen maakt de NAVO duidelijk dat een schending van het verdragsgebied niet zal worden geaccepteerd. Ook stelt het bondgenootschap met zijn aanwezigheid de oostelijke bondgenoten gerust. Zo is er momenteel een compagnie van de Koninklijke Landmacht in Litouwen gelegerd.
